Dit jaar las ik, tot nu toe, 93 boeken, die ik gemiddeld 3,7 sterren gaf. Zeventien boeken kregen vijf sterren:
Poëzie:
- Because of Poetry, I have a Really Big House, Kent Johnson
- Ik weet, Tomaž Šalamun
Over poëzie:
- Speaking the Estranged: Essays on the Poetry of George Oppen, Michael Heller
- George Oppen and the Fate of Modernism, Peter Nicholls
Fictie:
- De acht bergen, Paolo Cognetti
- This Is Not a Novel and Other Novels, David Markson
- De grachtengordel, Geerten Meijsing
- Vuile handen. Het bureau deel 2, J.J. Voskuil
Non-fictie:
- De vrijheid om vrij te zijn, Hanna Arendt
- Het ware leven, Alain Badiou
- Jasper en zijn knecht, Gerbrand Bakker
- De wondergrijsaard, Onno Blom
- Mens/onmens, Bas Heijne
- Met de zon als kompas. 6500 kilometer door de ruige natuur van Alaska, Caroline van Hemert
- Bekentenissen van een afvallige milieuactivist. Een radicaal andere kijk op natuurbescherming, Paul Kingsnorth
- Naar de natuur, Koos van Zomeren
- Nog in morgens gemeten. Nieuw Herwijns Dagboek, Koos van Zomeren
Zeventien prachtboeken, waarboven er eentje hoog uittorent: Caroline van Hemerts Met de zon als kompas. Waanzinnig boek. Een must voor mensen die meer hebben met natuur dan met mensen.
