Toen ik om 07.53 uur naar buiten keek: niks, nada, nul sneeuw.
Waarop ik me mopperend en nog in pyjama aan een stilleven met keukengerei zette.
In de loop van de ochtend toch nog witte vlokken, opgejaagd door bloeddorstige wind.
Aan de vetbollen en vogelpindakaas: mus, merel, spreeuw, koolmees, pimpelmees, roodborst en, als ik het goed heb gezien, een koperwiek.
Kroop na de lunch in mijn fauteuil en liet de dag voortkabbelen.
