Veertig minuten hielden ze het, in de snijdende kou, vol, mijn tekenvingers, daarna verstijfden ze.
Drie spreeuwen op het voederstation: hap, slik, weg vogelpindakaas.
En toen begon het, alweer, te sneeuwen.
De verte verdween.
Kreeg zin in een Berenburger.
