Mijn moeder belde gisteravond. Ze wilde me iets uit de tv-gids voorlezen. Toen ik even later vertelde dat ik haar vandaag zou komen ophalen, vroeg ze hoe laat en trachtte vervolgens mijn komst in de tv-gids op te zoeken.
Uit het niets worden we geschapen, scheppen we.
Dakgoten schoongemaakt, reparatie aan garage verricht, boomwortels onder garagetegels verwijderd, houtrotstop op raamdelen aangebracht, hondendrollen opgeraapt.
Ma had lekker anderhalf uur in onze tuin staan wroeten. En niks geen last van haar rug. Op het moment dat het tijd was om haar weer naar het verzorgingstehuis te brengen, zei ik dat ze binnen haar handen kon wassen. ‘Nee hoor,’ antwoordde ze, ‘kijk maar, ik heb geen handen.’
De werkelijkheid verruimen.
