Zoals ik daar vanochtend zat, gekromd voor een joekel van een beeldscherm, ingespannen bezig met de opmaak van Gert de Jagers nieuwe dichtbundel, Het grote roeren.
Zoals ik vlak voor de lunch nog twee betovergrootouders opsnorde, retefanatiek, met voortanden op de onderlip: Johannis van Os en Wilhelmina van Melis, uit de buurt van Erp, Noord-Brabant, die voor een droge boterham hard op het land moesten werkten.
Zoals ik ook nog wandelen wilde, en nog ging ook, in korte broek en hoge wandelschoenen, langs graan op de halm en gerooide aardappelvelden, voornamelijk potertjes.
Zoals ik verlangend door de courgettesoep roerde en dacht aan de kracht, allejezus, waarmee de dag zich dagelijks vorm weet te geven!
Tout, au monde. Een spectaculair drama.
