‘Een groenling of een tjiftjaf,’ zei Albert gedecideerd. Ik had hem een foto gestuurd van enkele minuscule veertjes die Bo gisteren van de vogel had overgelaten.
‘Je moet haar een kattebelletje omdoen,’ voegde hij toe.
‘Maar,’ wierp ik op, ‘als het om muizen gaat is ze onmisbaar.’
‘Last van muizen? Hang een kerkuilenkast op!’ was Alberts oplossing. Wat ik eigenlijk best wel een goed idee vond.
Mijn jongste zus en zwager zijn op bezoek geweest. Ze waren ietsepietsje zwaarder geworden (hét coronakilootje) maar o zo relaxed.
De koele lucht gaf tijdens de middagwandeling extra kilometers zicht en extra heldere kleuren. En nergens gedonder, alleen wat gepor tussen halmen onderling.
