Ook ik ben een gezicht van de wereld, mijmerde ik vanochtend, een variatie van vlees en bloed op het thema van de denkbare mens. Ook ik heb een hoe en waarom, dat licht werpt op wat en wie ik ben, ondanks de ontelbare momenten waarop mijn leven een andere loop had kunnen nemen.
‘Nou, ik ga wat doen,’ zei Hennie en liep, terwijl ik nog naar het plafond staarde, de tuin in.
Kunnen vogels het naar hun zin hebben? En hoe zie je dat dan? Ik denk namelijk dat de witte kwikstaart in onze tuin het naar zijn zin heeft. Komt dat door het guitige kopje of vrolijke gehuppel? Of schrijf ik nu iets menselijks toe aan een vogeltje? Ik weet geeneens hoe mijn eigen brein werkt.
De boeiende tv-serie Toms Engeland bevestigde mijn overtuiging dat de oude wereld, mijn wereld, die zijn basis heeft in de jaren zestig, dood en begraven is. Nieuwe tijden zijn aangebroken. De toekomst is aan de jeugd van nu.
Mij rest het snoeien van rozen, fietsen naar de bouwmarkt, boeken halen in de bieb, happen in een biertje. En, zo nu en dan, het maken van een verstandige opmerking.
Zoals ik me dat ooit voorgesteld had.

Een gedachte over “Dood en begraven”