Luisterde naar Joni Mitchell (Shine, 2007) en liet mijn gedachten gaan over de voorbije weken, die tumultueus waren, vol gebeurtenissen die ik me maar moeilijk voorstellen kan. Deze pandemie laat littekens achter.
Las een artikel van Bas Heijne en was het met hem eens dat koffiedik kijken lastig is, vooral als het de toekomst betreft.
Ging vervolgens maar weer aan het werk: het verkruien van halfvergaan snoeiafval, sporen uit het verleden. Inmiddels hebben we twintig meter houtwal opgeruimd en nog maar vijf meter te gaan.
Bestudering van het persoonlijke impliceert bestudering van wat er in vroeger tijd gebeurd is.
Pakte tegen theetijd het derde deel van The Collected Poems of Larry Eigner (de vier delen beslaan bijna tweeduizend pagina’s) en vermaakte me:
Hoe je voor je zelf staat een kwart de spieren het gezicht mond veranderingen
Eigner (1927-1996), die zijn hele leven aan een rolstoel gekluisterd was, schreef dit gedicht op 20 juli 1972.
