Lichte verbetering in fysieke toestand, maar het hield nog niet over vandaag.
Werkte ’s ochtends aan twee volgende deeltjes van de Gaia Chapbooksreeks: Warhoofds leerdichten 2. Alsof licht niet van de zon komt van Alain Delmotte, en [Auto]observaties. Een keuze uit de blogberichten 2019 van mijzelf.
At om twaalf uur boterhammen met kaas en met hazelnootpasta. Jawel, hazelnootpasta! Ik wist niet eens dat we dat hadden.
Nam ’s middags, gewapend met zonnebril, verrekijker en een stapeltje boeken – waaronder Zakgids: Vogels van Nederland en België – plaats op het terras.
Vond mezelf heel even lui, daarna verstandig.
Keek om me heen en zag dat de twee pimpelmezen nu definitief in het vogelhuisje zijn getrokken, op vijf meter hoog in de eik. Ze moeten een fijne neus hebben voor donkere openingetjes; hoe ontdek je als vogel anders zo’n kot?
Zag een houtduif languit maffen in een zonbeschenen kruin die zachtjes heen en weer bewogen werd.
Durven doen is een geboorterecht.
Kreeg tegen vieren zin om te beppen over tijd en eeuwigheid, dingen van deze en de volgende wereld, over boeken en uitgevers en alle andere mogelijke en onmogelijke zaken, uiteraard onder het genot van een cigarillo & een goed glas wijn.
Maar ik was alleen.
De eindigheid van het universum.
