Gisteren naar Goes gereden, naar M, die stervende is. Uitgemergeld. Maar niet zonder humor. Wel zonder wrok. Hij moet nog 68 worden. Is niet verbitterd over het leed dat hem overkomen is. Kijkt met trots achterom. Staat gewoon nog met twee benen op de grond. In het hier en nu. Draagt zijn ziekte zonder morren. Is een kei van een vent.
Tussen allerlei karweitjes door moest ik vandaag regelmatig aan M denken. Ook herinnerde ik me dat ik ooit ergens las dat wie sterven gaat moet proberen om het heldere licht vast te houden en erin op te gaan.
Als M er straks niet meer is dan zal ik hem terughalen als iemand die licht liep, licht leefde en licht stierf.
Onderstaande roos, die in een onooglijke knop zat, waar je geen cent meer voor zou geven, opende zich vandaag ineens.
