Telkens als mijn moeder een jas wil aantrekken telt ze eerst hoeveel jassen ze heeft: ‘Een, twee, drie, vier, vijf, zes.’ Dan maakt ze een keuze.
Vanochtend besloot ze om haar eerste keuze, een beige regenjas, weer uit te trekken en voor een andere jas te gaan. Met de beige regenjas nog in haar handen telde ze voor de tweede keer: ‘Een, twee, drie, vier, vijf, zes.’ Ze lachte naar me, wees op de beige regenjas en zei: ‘Ik heb zes van deze mensen!’
Ze hing de beige regenjas weer op, pakte een groene winterjas en concludeerde: ‘Ik kies toch altijd deze groene.’
