Negentig kilo, godverdomme, de rem gaat er weer op.
Als ik dit schrijf zit ik in de tuin en kijk op een bolle buik neer. Het is tegen de dertig graden. We hebben net een fietstocht van ruim 35 kilometer achter de rug. Onderweg geluncht in Café Baard: Hennie een broodje warm vlees, ik een salade met geitenkaas, waarbij ik twee glazen Grimbergen Blanche van de tap dronk. Wel lekker, minder goed voor de lijn.
Op naar een dieet dus, koolhydraatarm, dat werkt goed bij mij. Nu de focus nog.
Toch doet dat fietsen door de weilanden iets met mijn brein; ik word er kalmer van, opgeruimder ook. Kleurrijk detail: de vele veldbloemen in ongemaaide bermen, een lust voor het oog. Op de Boksumerdyk, waar maar weinig auto’s komen, zagen we een kievitsjong op de weg trippelen. ‘Die zit er de hele week al,’ riep een oude man die ons tegemoet fietste.
Na 150 bladzijden Lucebert biografie wekt de hoofdpersoon—dan ergens in de twintig—nog maar weinig sympathie bij me op. Hij komt op me over als een bangerik, praalhans & jokkebrok. Met schilders- en schrijverskwaliteiten, dat wel.

Er gaat niets boven fietsen. En als je honger hebt, is het best een boek te pakken.
Ik heb een tijd op tv gekeken naar mensen die een maand lang moesten overleven op een eiland. Meestal vonden ze amper wat te eten. Die vielen me toch lekker af allemaal. Voor de rest gingen ze bijna dood. Nou ja, je moet er iets voor over hebben om in de schoonheid van de natuur te verblijven.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ga ook wel eens naar een schoon eiland, Ameland of Terschelling, maar daar is volop eten.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja het moet helemaal onbewoond zijn!
LikeLike