Nooit eerder zagen we in kortgeschoren grasland een gruttojong trippelen, onder hoede van een gillende moeke en zo groot als mijn wijsvinger. Vandaag dus wel. Week van hart werden we ervan. Daarna tuurden we naar een paar ooievaars, een deftig stel dat in de buurt van Gytsjerk zwijgzaam naar insecten pikte. Bij Munein schrokken we van een buizerd, die van ons schrok en zich over onze hoofden heen wegscheerde. Dan weet je: deze dag kan niet meer stuk. Na twee uur fietsen bij Eetcafé De Winze aangewipt. Voor Hennie een spekpannenkoek en een Liefmans Yell’Oh on the rocks, voor mij een groentesoep en een Grimbergen Dubbel. De zon loeide. Mussen snaaiden broodkruimels van onze tafel.

Van dit logboek krijg ik af en een vleugje heimwee, maar dan zie ik ineens dat Giekerk Gytsjerk heet (zoals Grouw Grou).
Niks mis mee, maar het is anders.
Ik ben stadsfries dus en selst mien Liwadden is door de tied net so anfreten as wat plak dan oek.
Ik laat het land van mijn jeugd maar daar waar het altijd al was en lees uit jouw blog iets dat er behaaglijk dichtbij komt.
Mooi.
Dank.
LikeGeliked door 1 persoon